WAZAMAR

Heraldische Wapens in de Nederlanden

 

 


wp-100-algemeen-1

Heraldische Wapens
in de
Nederlanden

Inleiding
Inhoud

Historische Geslachtswapens

Inhoud

Heraldische Wapenkunde
in de
Nederlanden

Inhoud

Heraldische Wapenregisters
in de
Nederlanden

Inhoud 

Voor reacties

 

De CASEMBROOT

A

 

 

Beschrijving ---- Adelsdiploma

 

 

 

wp-de-casembroot-0-260


Beschrijving
:

Schild: In blauw een lage gouden keper, beladen met drie rode rozen, goud geknopt, en vergezeld van drie gouden korenhalmen.

Helm: aanziend.

Helmteken: een uitkomende vrouw van natuurlijke kleur met bruin haar, het bovenlijf bloot, het hoofd getooid met gouden korenaren, met een parelsnoer om de hals en een zilveren band om de linkerarm, gekleed in een rode rok en een gouden sjerp over de rechter schouder, houdende in de rechterhand een bos van drie gouden korenhalmen.

Dekkleed: goud, gevoerd van blauw.

 

 

 

De CASEMBROOT (PLAAT 16)

 

Van dit geslacht, oorspronkelijk Caesabon geheeten en in Piemont gevestigd, vindt men als eersten in de Nederlandsche gewesten genoemd Caspar, zoon van Otto. Ter zake der onrustige tijden verkocht hij zijne goederen, gelegen bij Torato in Piemont en begaf zich ten tijde van Philips den Goede naar Damrae in Vlaanderen, van waar hij zich omstreeks 1440 naar Brugge verplaatste en 30 Sept. 1453 stierf.
Zijne afstammelingen uit zijn huwelijk met Maria Reyphins kwamen reeds spoedig in regeeringsposten. Zijn zoon Leonard Casembroot, geb. 3 Maart 1451, overl. 16 Oct. 1514, geh. met Barbara van Nieuwkerken, werd tot schepen van Brugge verkozen, en diens zoon Leonard Casembroot, geb. 2 Nov. 1488, bekleedde het ambt van eersten burgemeester van Brugge.
Bij twee vrouwen, Maria Reyvaert en Godelive Brest, had hij zes kinderen. Van de drie kinderen bij de eerste vrouw was de oudste Jan, in de geschiedenis beter bekend als de Heer van Backerzeele dan bij zijn familienaam, die deel nam aan het Verbond der Edelen en 2 Juni 1568 op last van Alva te Vilvoorden onthoofd werd. De tweede werd geestelijke, en het derde kind was eene dochter.
Van de drie zonen der tweede vrouw, Leonard, Nicolaas en Jacob, was Nicolaas burgemeester van Brugge en Jacob schepen van Brugge en thesaurier van Vlaanderen.
Leonard, aanvankelijk pensionaris van Brugge, was ook in de vrijheidsbewegingen van dien tijd betrokken, waarom hij in 1582 gedagvaard en zelfs gecondemneerd werd; doch hij had vóór dien tijd de wijk naar Holland genomen, waar hij tot raadsheer in het Hof van Holland werd aangesteld en bij zijn dood in 1604 het ambt van president van dat hof bekleedde. Van hem en zijne echtgenoote Cornelia van Poppe stamt het tegenwoordig geslacht in Nederland af.
Afstammelingen van zijn jongsten broeder Jacob zijn ook naar Nederland gekomen, doch na een paar generatiën uitgestorven.
Leonard's tweede zoon, Samuel de Casembroot, geb. 22 Dec. 1582, overl. in Maart 1658, heer van Termoer, luitenant-kolonel, later schepen en burgemeester van 't Vrije van Sluis, had bij zijne eerste vrouw Anna Romeyns
Jan de Casembroot, heer van Termoer, Rijnestein en Willige-Langerak, geb. 26 Jan 1625, overl. 5 Jan. 1681 , ten wiens verzoeke verklaringen van den adeldom zijner familie werden afgegeven: door den heraut van wapenen C. Bouhelier (onder den titel Henegouwen) 14 Aug. 1666, door burgemeesters en schepenen 's Lants van den Vrijen (van Brugge) 16 April 1667, en door den heraut van wapenen Charles Falentijn (onder den titel van Vlaanderen) 2 Mei 1667.
Zijn vader Samuel en diens broeders Jan Leonard en Jan hadden reeds onder dagteekening van 6 Oct. 1620 eene soortgelijke verklaring van burgemeesters, schepenen en raden der stad Brugge ontvangen.
Genoemde Jan de Casembroot, zoon van Samuel en van Anna Romeyns, huwde Charlotta van Ledenburg, en had bij haar Leonard de Casembroot, heer van Rijnestein, Willige-Langerak en Coquelmonde, geb. 1660, overl. 29 Maart 1719 te Utrecht, waar hij vroedschap en schepen was, getr. in derde huwelijk met Hillegonda Geertruida van Bergen, waaruit o. a. Jean Louis de Casembroot, heer van Willige-Langerak, geb. 26 Feb. 1709, overl. 30 Aug. 1777, luitenant-generaal, geh. in tweede huwelijk met Louise Cornelia Elizabeth Clunder.
Van de kinderen uit dit huwelijk werd Leonard de Casembroot, militair intendant der eerste klasse, overl. te Breda 6 Aug. 1832, bij diploma van 15 April 1815 ingelijfd in den Nederlandschen adelstand en zijn jongere broeder Samuel Otto de Casembroot, geb. te Breda 9 Feb. 1776, bij diploma van 7 Oct. 1838 erkend tot den Nederlandschen adel te behooren.
Jhr. Leonard was bij zijne tweede echtgenoote Adriana Johanna Barones van Neukirchen genaamd van Nijvenheim, de vader van Jhr. François de Casembroot, geb. te Luik 27 Juni 1817, vice-admiraal, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, enz., geh. met jonkvrouw Agneta Theodora Johanna van de Poll.

 

wpschild-de-casembroot-0-80

 

Uit:
- WAPENBOEK van den NEDERLANDSCHEN ADEL, met Genealogische en Heraldische aanteekeningen, door J.B. Rietstap. Te Groningen bij J.B. Wolters 1883.
Deel 1, blz 65-66

 

De wapenschilden van De Casembroot

 

 

 

© WAZAMAR
sinds 1995

A = Adellijk wapen B = Burgerlijk wapen

Hoewel er naar gestreefd is correcte informatie te verschaffen, kan niet worden gegarandeerd dat de informatie op het moment waarop deze is geplaatst na verloop van tijd nog steeds juist is. Aan de inhoud van deze webhalte kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



web stats
free website tracker