|
||||
Heraldische Wapens in de Nederlanden |
||||
|
||||
|
||||
Heraldische Wapens Historische
Geslachtswapens Heraldische
Wapenkunde Heraldische
Wapenregisters |
|
ABBEMA |
||
B |
||||
|
||||
|
||||
|
|
|||
|
Beschrijving: Schild: Gedeeld: I
in zilver een uitkomende gouden reiger, zilver gesnaveld, komend uit een
groen rietveld; II doorsneden: a in blauw een gouden lelie; b in zilver een groen
klaverblad. Helmteken: Een uit een
kroon komende gouden reiger, zilver gesnaveld, komend uit een groen rietveld. Dekkleed: blauw,
gevoerd van zilver Schildhouders: Een griffioen, de romp en
vleugel van zwart, onder van natuurlijke kleur, rood getongd en een leeuw van
natuurlijke kleur, rood getongd. Het geheel staande op een groene arabesk. |
|||
|
|
|||
|
||||
ABBEMA
(PLAAT 1) |
||||
|
||||
Het
is onzeker en dus zonder nader bewijs niet aannemelijk, dat de bij de oude
Friesche geschiedschrijvers 1) genoemde Abbema's,
waarvan enkelen door huwelijk met Harinxma's
den naam van dat geslacht aannamen, tot het hier bedoelde geslacht behooren,
evenmin als Ydde of Edo Abbema, een der onderteekenaars
van het verbond der Edelen , die een zoon was van Sipke Abbema, olderman te Sneek en van Rinsck Baringa. Hij was geh. met Eedwer Popsma 1). 1e
Mr. Andries Sijbrand Abbema, geb.
te Rhenen den 19 Februari 1736, gest. te 's-Gravenhage den 26 Mei 1802. Zijn
levensbericht komt in het Biographisch Woordenboek van van der Aa voor. Bij
zijne vrouw Constantia Maria Testas
had hij vier kinderen, drie dochters en één zoon, genaamd Jan Fredrik Abbema; deze werd geb. te Utrecht den 20
April 1771, ging in militairen dienst, werd in 1798 geplaatst aan het
ministerie van Oorlog en in 1811 overgeplaatst bij het Fransche ministerie
van Oorlog; hij verbond zich te Amsterdam den 13 Maart 2e
Mr. Ballhasar Elias Abbema,
eveneens in het Biographisch Woordenboek vermeld, huwde met Anna Elisabeth van Marselis, bij wie
hij vier kinderen verwekte, waaronder Jan
Fredrik Abbema, die te Parijs den 2 December 1811 huwde met Louise Amalrieque Balthilde Isedore de
Narbonne en wiens afstammelingen in Frankrijk wonen. 3e
Jacob Carel Abbema, huwde in 1e
huwelijk met Louise Elisabeth Testas
en daarna met zijne volle nicht Isabella
Maria Smissaerl. Hij werd in 1813 gepensioneerd als generaal-majoor; zijn
levensbericht is ook in het Biographisch Woordenboek opgenomen. Uit het 1e
huwelijk had hij vier kinderen, waarvan er drie jong stierven; Mr. Jan
Fredrik Abbema was in 1806 auditeur des Konings,
in 1808 kabinets sekretaris, in 1810 en 1811 gedetacheerd aan het kabinet van
keizer Napoleon, bekleedde achtereenvolgens nog verscheidene betrekkingen,
als in 1814 ontvanger der registratie te Amsterdam, 't geen hij bleef tot
1827, als wanneer hij benoemd werd tot ontvanger van het buitengewoon zegel
in Noord-Holland; hij huwde te 's-Gravenhage den 7 Juni 1820 met Constantia Margdretha Gobius en
overl. te Haarlem den 18 October 1853. |
||||
|
||||
|
||||
|
||||
Jan Fredrik
Abbema vierendeelde het zijne met dat zijner
moeder Catharina Coenrada Bartolotti
van den Heuvel. |
||||
|
||||
Te
's-Hertogenbosch bestaat op het oogenblik nog eene familie Abbema, die voert: gedeeld: |
||||
NOTEN |
||||
1.
SCHOTANUS. Gesch. van Friesland. Blz. 255, 330-332, 349 en 496. - Oudheden
en gestichten van Friesland. Deel 2 blz. 501. |
||||
|
||||
|
||||
Uit: |
||||
|
||||
|
||||
|
||||
Hoewel er naar gestreefd is correcte
informatie te verschaffen, kan niet worden gegarandeerd dat de informatie op
het moment waarop deze is geplaatst na verloop van tijd nog steeds juist is.
Aan de inhoud van deze webhalte kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. |
||||
|
||||
|
|