|
||||
Genealogisch Vademecum |
||||
|
||||
|
||||
|
|
Encyclopedie |
||
|
||||
S |
||||
|
||||
schepen, ontstaan uit het
middeleeuwse Nederlandse woord sceppen. Een lid (ambtenaar) van een college
oordeelvoorstellers, oordeelvinders wat tot hun taak diende op rechtzittingen
van het volksgerecht (ding). Dit oordeelvoorstel werd bevestigd door
verplicht aanwezige volksgenoten. Later verviel de verplichte bijwoning
(dingplicht) door de volksgenoten bij een rechtzitting en stelde het college
van schepenen dit vast. In Nederland van de Middeleeuwen tot circa 1795. |
||||
|
||||
schepenbank, het college van schepenen. In de 12e eeuw
ontstonden schepenbanken voor vorsten, abdijen, heren en gemeenten. Zij
konden in bezit zijn van de rechtspraak en vonnisten in criminele- en civiele
zaken, die niet voorbehouden waren aan de vorst. Ook konden zij oordelen in
de vrijwillige rechtspraak, waar allerhande overeenkomsten en verbintenissen
werden gesloten en geregistreerd. |
||||
|
||||
schildknaap, edelknaap in dienst van een ridder. |
||||
|
||||
schoonbroeder, schoonbroer, zwager, broer van een echtgenoot of
echtgenote of de echtgenoot van een zuster. |
||||
|
||||
schoondochter, behuwddochter,
echtgenote van een zoon. |
||||
|
||||
schoonfamilie, aangetrouwde
familie. |
||||
|
||||
schoonmoeder, behuwdmoeder,
moeder van echtgenoot of echtgenote. |
||||
|
||||
|
||||
schoonvader, behuwdvader,
vader van echtgenoot of echtgenote. |
||||
|
||||
schoonzoon, behuwdzoon,
echtgenoot van een dochter. |
||||
|
||||
schoonzuster, schoonzus, zuster van een
echtgenoot of echtgenote van een broer. |
||||
|
||||
schout, een gerechtelijk
ambtenaar in dienst van een vorst, een heer of abdij van in de Middeleeuwen
tot circa 1795. |
||||
|
||||
sententies, gerechtelijke
uitspraken. |
||||
|
||||
september, herfstmaand,
Vendémaire, VIIber, 7ber, 7b. Zie ook maanden
van het jaar. |
||||
|
||||
sibbe, uit het
Nederduits afkomstige aanduiding voor geslacht, familie. |
||||
|
||||
sibbenkunde, onderzoek naar de sibbe, de gezamenlijke
verwanten. |
||||
|
||||
specie, klinkende munt, geld. |
||||
|
||||
speciekohier, van 1748 tot 1805 gebruikt als
belastingregister van personen welke belast werden over: |
||||
|
||||
stamboom, een voorstelling
van genealogische gegevens in de vorm van een boom. Ontstaan uit de
verwantschapsboom van het Romeinse recht die de voorvaderen in de kruin en de
nakomelingen in de wortels afbeeldde. Sinds de 12e eeuw komt hij in
omgekeerde volgorde voor zodat de nakomelingen de takken en twijgen vormen. |
||||
|
||||
stamhouder, de zoon die het
geslacht voor uitsterven (kan) behoeden. |
||||
|
||||
stamhuis, adellijk huis
waaruit een vorstengeslacht stamt. |
||||
|
||||
stammoeder, voormoeder
waarvan verschillende geslachten afstammen. |
|
Bijvoorbeeld
Juliana van Stolberg, waaraan bijna alle Europese vorstenhuizen verwant zijn. |
||
|
||||
stamouders, oudst bekende
voorouders van een geslacht. |
||||
|
||||
stamreeks, een in generaties
gerangschikte opgave van iemands wettige voorouders in rechte mannelijke
lijn. De nummering begint bij de stamvader. |
||||
|
||||
stamvader, oudst bekende
mannelijke voorvader in rechte lijn. Meestal gaf hij zijn naam aan het
geslacht. |
||||
|
||||
successiememories, registers van
aangifte voor de successiebelasting, en bijgehouden door de Inspecteurs der
Registratie en Successie. De aangifte werd gedaan middels een memorie, waarin
vermeld: de overledene, waar en wanneer overleden, welke onroerende goederen
werden nagelaten, de erfgenamen, waar een testament werd opgemaakt. Te vinden
in het Rijksarchief van de jaren 1818-1900. |
||||
|
||||
symbolen en afkortingen, vervangers van
geschreven tekst en begrippen. |
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
|
|